Onze dansstijlen

De Franse rococo dansperiode beslaat grofweg het bewind van de laatste twee Franse koningen; laten we voor het gemak 1750-1800 aanhouden. De mode uit deze tijd is heel herkenbaar aan de jurken met wijde heupen van de hofdames en de lange, uitgebreid geborduurde jassen van de heren. Natuurlijk mogen we het gepoederde gezicht en haar (of een pruik) niet vergeten! Zelf gebruiken we momenteel echter geen pruiken of make-up meer. Zeg nou zelf: echt charmant ziet zo’n lijkwitte kop er nou ook weer niet uit…

 

De dansen zelf staan bol van langzame en elegante bewegingen die sierlijk in elkaar overvloeien. Ze zijn vooral bedoeld om het geweld aan bling, kant en versiersel op je balkleding te showcasen. Waarom zou je immers je rijkdom verbergen als je het iedereen de strot af kunt douwen? ;)

Deze langzame dansen vormen trouwens ook een opportuun moment om met je danspartner(s) te flirten, dus dat levert altijd een leuke show op.


In de context van de dans, benoemen we als de Engelse regency periode ongeveer 1800-1820. Als je ooit een verfilming van Pride and Prejudice of de serie Bridgerton hebt gezien, dan heb je al een aardig beeld van de mode en de dansen uit die tijd. Dames droegen smalle jurken met een kolom silhouet en heren trokken (vele) gekleurde gilets aan onder hun jassen.

 

De dansen zijn relatief simpel en heel gemakkelijk te leren, mede dankzij de vele herhalingen die erin voorkomen. Het karakter van deze dansjes is overwegend luchtig en speels, met als extra bonus dat je soms wat tijd overhoudt om een praatje te maken met je galante/lieftallige partner ;)


Terwijl de Engelsen en de Fransen nog stijfjes door de balzaal heen gaan en elkaar het liefst zo min mogelijk aanraken, maken de Weense burgers langzaamaan kennis met Johannes Strauss I en zijn snelle galops, polka’s en walsen. Zijn zoon, Johannes Strauss II, zal uiteindelijk bekender worden dan zijn vader met onder meer een compositie die iedereen vandaag de dag nog steeds kent: An die schönen, blauen Donau. Voor deze stijlperiode houden we losjes 1820-1870 aan.

 

In de balzaal worden de rokken van de dames steeds groter en ronder en moeten ze met een hoepelrok in vorm gehouden worden. Hun jurken en haar zijn mooi versierd met delicaat kant en verse bloemen. De heren hebben voor eens en voor altijd het driedelig pak ontdekt en dragen vanaf nu white tie – dit is nog steeds zo in moderne high-society.

 

De dansen zijn gevarieerder en sensationeler dan ooit tevoren en dichter lichamelijk contact is nu toegestaan. De oudere generatie was hierdoor zeer geshockeerd, maar je kunt je gemakkelijk voorstellen waarom de jongelui er minder problemen mee hadden~